Onze eerste verhitte “discussie” als getrouwd stel ging niet over wat mensen de “belangrijke” dingen noemen – onze waarden, familie, geld, banen, of kinderen. In plaats daarvan was onze eerste “koppel-ruzie” een hoog oplopende, met deuren slaande, Tupperware-gooiende, rammelende discussie over – onze vuilnisbakken. We hadden het niet over kleur, grootte, aantal of vorm van onze vuilnisbakken. We waren het er allebei over eens dat een vuilnisbak een vuilnisbak is en er zeker als een vuilnisbak uit moet zien. Geen problemen daar. Ons gevecht ging over wie van ons tweeën (voor eeuwig en altijd) de belangrijkste vuilnisbak “versjouwer” zou zijn, elke week – 52 keer per jaar – naar de stoeprand voordat we naar ons werk gingen – en, natuurlijk, ook de vuilnisbakken zou ophalen als we 52 keer per jaar van ons werk terugkwamen. Dit was dus een hele klus. Tijdrovende, saaie, zware, soms stinkende t-a-a-k waar we over beslisten. Natuurlijk wilde geen van ons de baan. Het begon toen een van ons beleefd “voorstelde” dat de ander de 2 vuilnisbakken op onze 4 auto’s lange, nauwelijks oplopende oprit zou zetten. Maar de suggestie werd stilletjes genegeerd door de ander. Naarmate de avond vorderde, werd de suggestie steeds veeleisender. Tegen die tijd keken we echter allebei naar ons favoriete tv-programma, en het voorstel werd beantwoord met: “Waarom zet je de vuilnisbakken niet buiten als je ze zo graag buiten wilt zetten?””Je kunt ze weghalen tijdens een reclame.” “Jij kunt ze er ook uithalen tijdens een reclamespot.”
Vanaf dat moment werd de discussie een schreeuwfestijn van jewelste. Hoe eindigde deze wereldschokkende ruzie? Toen we in het heetst van de strijd – nadat de Tupperware door de keuken was gestuiterd en de garagedeur door ons beiden een paar keer was dichtgeslagen – het volgende eruit flapten: “In mijn familie zette mijn vader altijd het vuilnis buiten!” “Nou, in mijn familie zette mijn moeder altijd het vuilnis buiten!” Wat ons koud liet. We realiseerden ons plotseling dat deze verbijsterende strijd er niet om ging dat een van ons lui of gemeen of gewoon koppig was. Het ging erom dat onze individuele ervaringen met het zien van de relatie van onze ouders ertoe hadden geleid dat we allebei specifieke verwachtingen hadden over de rol van man en vrouw in een relatie. En het werd ons duidelijk dat we de vuilnisbakdienst moesten baseren op wat onze relatie vereiste – niet op de rollen die we zagen in de relaties van onze ouders. Onze prietpraat die dag veranderde onze oude houding ten opzichte van rollen in een relatie in een gezamenlijk gekoesterde schat, waarbij we ons richtten op onze behoeften in onze relatie in plaats van op de verwachtingen die we met ons meebrachten.
Met toestemming overgenomen van gastauteurs Connie & Craig L. die dit verhaal oorspronkelijk plaatsten op ‘Marriage Today’.
