Leen
Hoe dichter we bij elkaar leven, hoe dieper we elkaar kunnen kwetsen. Omdat ik zo dicht bij Jan leef, heb ik macht over hem. Ik ben in staat om hem leven te geven, maar ik kan hem ook kwetsen. We kunnen elkaar heel diep kwetsen. We kunnen elkaar zelfs raken in oude kwetsuren, kwetsuren die er al waren voor we elkaar kenden… Elkander graag zien gaat ver. Ook waar Jan zich klein voelt, waar hij zijn grenzen tegenkomt, daar kan ik hem graag zien en zo het beste in hem naar boven halen. En Jan kan dat ook voor mij.
Jan
Spontaan denk ik aan de dood van mijn vader. Hoe Leen naast me stond in die moeilijke dagen, maar ook in de weken en maanden erna. Het hielp me om door die gevoelens van onmacht en verdriet te gaan. Ik mocht ervaren dat daar ook iets krachtigs en goeds inzit. Ik werd een stuk vrijer en heler, ik besef nu echt: de dood hoort bij het leven.
Leen
In het dagdagelijkse haalt Jan me uit mijn eenzaamheid. Hij leert me om de natuur te ervaren. Wat kan ik genieten van een wandeling, het bos, de rust, de stilte. De natuur heelt op haar eigen manier. Jan luistert naar mijn verhalen, geeft me ruimte, en al vertellend kom ik tot rust. Er zijn 101 kleine dingen. Het is het schaven en schuren van ons samenleven dat soms pijnlijk is maar dat ons ook polijst en laat blinken.
“We moeten onze boeking voor die citytrip naar Barcelona nog doen… We moeten nog die tekst afmaken… We moeten…” Dat zinnetje ‘we moeten’ floept regelmatig uit mijn mond. Helaas is dat zinnetje ook vaak de oorzaak van kilte en spanning tussen ons.
Jan
Dat zinnetje van Leen, wat doet dat met mij? Ik merk dat ik daar van binnen vaak heftig op reageer, het raakt me meer dan ik aan mezelf toegeef. Met al dat moeten voelt het alsof de banden van de liefde tussen ons beginnen te rafelen. Want ik interpreteer Leens woorden als “Jij moet, of anders…” Ik voel dan wanhoop en onmacht. En ik voel me ook opstandig. Door mijn hoofd flitst de gedachte: “Is dat nu het leven dat ik wil?” en ‘Mens, waarom doe je dat altijd weer? Wie denk je wel dat je bent? Ik laat me niet commanderen.”
Leen
Mijn lijstje to do’s zit in mijn hoofd. De drijfveer is niet ver te zoeken. Ik wil graag iemand zijn, gezien worden! Ik ben onzeker en van daaruit wil ik goed, grondig en op tijd voorbereid zijn! Ik kan dat niet alleen en heb jou nodig. Dat maakt me onrustig want ik ben niet graag afhankelijk. Het frustreert me en ik zie me dan ook regelrecht met jou in concurrentie gaan. Eigenlijk ben ik toch beter dan jij. Ik ken het schema van onze kinderen! Ik lees ten minste de mails! Ik onthoud de verjaardag van mijn moeder!
Jan
Wat zie ik me doen als Leen met haar ‘moet-zinnetjes’ afkomt? Ik reageer rustig, aftastend, sussend. ‘Waar gaat het juist over?’ ‘Er is nog tijd…’ of ‘Ik ben eraan aan het denken.’ Dat zijn mijn woorden maar uit mijn toon of lichaamstaal blijkt mijn boosheid of angst wel. Dan klink ik geërgerd of mat en vermoeid. Soms flap ik het er ook uit: ‘Zal ik jou mijn agenda eens tonen?’ of ‘Ik voel me gestresseerd, ik wil nu even iets rustigs doen!’ En ten slotte: “Je hoeft me niet te commanderen!”
Leen
Als Jan zulke dingen zegt begint het vanbinnen te sudderen van verontwaardiging. “Ik dacht dat we een team waren!” flap ik eruit.
Jans reactie ‘je hoeft me niet te commanderen’ komt als een koude douche. Steevast voel ik me in de rol van eisende, kijvende vrouw geduwd. Jan zegt me dat ik een zeur ben, en naast kwaadheid en verontwaardiging voel ik me bij zijn woorden ook betrapt.
Waarom is hij toch niet zoals ik, dat zou zoveel makkelijker zijn! Opstandig rommel ik in het huis, ontevreden. Terwijl Jan in de tuin verdwijnt begint het vanbinnen te knagen… Ik weet diep vanbinnen dat ik Jan tekort doe. Zijn ritme is heel anders dan het mijne. Hem forceren brengt ons van de regen in de drop. Als ik me zo superieur gedraag doe ik mezelf en ons twee tekort. Dit is allesbehalve liefdevol samenleven. Ik worstel met mijn gevoelens: verontwaardiging en opstandigheid (mijn grote gelijk) wisselen af met wanhoop, schaamte en verdriet. Ik wil dat zeggen aan Jan maar dikwijls houdt mijn trots me tegen. Ik kan behoorlijk lang ijskoningin zijn! Soms laten we het ‘overwaaien’ maar dan blijft er toch een bittere nasmaak hangen. Soms kan ik hem schoorvoetend, al dan niet van harte zeggen : ‘Sorry, dat kwam er veel te scherp uit’…
Jan
‘… Zullen we schrijven?’ voegt Leen er dan vaak aan toe. Ik ga daar graag op in, want die lange stiltes tussen ons vind ik vreselijk. Gelukkig kennen we beiden de trage wegen van de dialoog. Ze zijn er altijd. Soms vergeten en verscholen, soms vol pijnlijke brandnetels en onkruid. Maar we weten dat ze uiteindelijk naar warmte en schoonheid leiden. Dialoog werkt voor ons. De oogst wordt steeds voller en rijker. Maar het blijft natuurlijk werken.
Leen
Als ik zo al schrijvend, van op een afstandje naar mijn gedrag kijk, stijgt het schaamrood me naar de wangen. Ik zie veel beter hoe ik mijn ritme aan Jan opleg en besef: dit werkt gewoon averechts! Ik voel me zo slecht in die rol van eisende vrouw! Zo wil ik zelf niet zijn, maar mijn gedrevenheid laat me telkens weer in diezelfde valkuil vallen. Ik wil jou helemaal niet kleineren! Eigenlijk wil ik zeggen: ‘Jan ik heb je nodig, je rust, je bedachtzaamheid, je scherpe verstand, je eerlijkheid… ik kan dit niet alleen! Ik voel me zo alleen… help me a.u.b.’
Jan
Wat er bij Leen uitkomt is dan: ‘Zullen we terug vriendjes zijn?’ Dat voor mij hét moment van heling, meer moet ze niet zeggen. Die vraag is haar signaal ‘Je bent dé man voor mij.’ Dat doet mij groeien want ze herbevestigt iets heel belangrijks. Namelijk dat ik de levensgezel ben met wie zij op avontuur durft gaan.
Door haar vraag om vergeving voel ik me opgelucht blij, krijg nieuwe energie. Ik kan welgemeend zeggen: ‘Ja, we zijn maatjes’. Ik kijk dan milder naar Leen én naar ons samen bezig zijn.
We zijn allebei alerter en tegelijkertijd kunnen we wat meer relativeren.
Leen
In mijn hoofd leeft er een bewustzijn en ik probeer mezelf goed te managen. Samen zoeken we naar een betere manier van om te gaan met dat kwetsende ‘moeten’ van mij. Ik heb al een beter zinnetje gevonden, namelijk “Jan, denk je dat we tijd hebben voor…” En soms kunnen we erom lachen als het woord ‘moeten’ er bij mij weer eens uit floept. Ik ben blij met de gemoedelijkheid en mildheid die we meer en meer genereren.

Met deze blogpost laten we jullie voor een stukje proeven van de dialoogmethode. Probeer het zelf ook eens! Je schrijft elkaar een brief, daarna lees je brief voor aan je partner. Je geeft je brief af waarna je partner rustig de tijd heeft om de brief zelf nog een keer te lezen. Daarna ga je bij elkaar peilen naar zijn/haar gevoelens. Geen waarom-vragen, wèl belevingsvragen. Je zal zien dat je nét dat ietsje meer connectie hebt.
Encounter Vlaanderen organiseert webinars, ervarings-weekends en workshops voor koppels. Op zo’n weekend gaan we op zoek naar die klik van het begin. We helpen jullie door je een nieuwe manier van communiceren aan te bieden die zeer effectief is. Verschillende thema’s komen aan bod. Geef opnieuw richting aan jouw relatie, júllie relatie! Voel je vrij, los van de sleur en verbonden met elkaar. Het weekend doe je écht samen. Je hoeft niets in een groep te doen. Er zijn geen therapeuten. Een beproefd concept dat zeer effectief is en jullie op het spoor van verbondenheid zet.
Zin in meer? Neem een kijkje op de website en boek alvast een weekend van ‘Samen naar meer’. Naast weekends voor koppels vind je er ook een specifiek aanbod voor jongeren.